17 apr 2023

Huis in de verkoop, huurder op straat. Volgens VVD en CDA moet dat kunnen

Huurcontracten voor onbepaalde tijd moeten de norm worden, vindt de Tweede Kamer. Maar CDA en VVD willen uitzonderingen, die tijdelijke contracten toch weer op grote schaal blijven toestaan.

Geef particuliere huiseigenaren het recht hun huurders eruit te zetten zodra ze het huis willen verkopen. Met die wens reageren VVD en CDA op een initiatiefwetsvoorstel van PvdA en ChristenUnie. Die willen tijdelijke huurcontracten grotendeels verbieden, VVD en CDA willen de deur ervoor wijd open laten staan.

De initiatiefnemers van de nieuwe wet, PvdA-Kamerlid Henk Nijboer en Pieter Grinwis van de ChristenUnie, zijn mordicus tegen het VVD-CDA-wijzigingsvoorstel. “Wij beogen de bescherming van huurders te versterken”, schrijven zij. “De amendementen van VVD en CDA vergroten juist de onzekerheid voor huurders.”

CDA en VVD ‘ondergraven het geldende huurrecht’, schrijven Nijboer en Grinwis ook. Daarin telt nu het principe ‘koop breekt geen huur’: bij de verkoop van een huis gaat ook het huurcontract over op de nieuwe eigenaar, onder dezelfde voorwaarden. Dinsdag stemt de Tweede Kamer over het wetsvoorstel en de amendementen.

Tijdelijke contracten zorgen voor ‘woononzekerheid’
Tijdelijke huurcontracten, voor maximaal twee jaar, zijn mogelijk sinds 2016. Maar uit een evaluatie bleek dat die weinig goeds gebracht hebben. De bedoeling was destijds dat een tijdelijk contract een uitzondering bleef. Maar inmiddels geven particuliere huiseigenaren 30 procent van hun nieuwe huurders zo’n contract. Dat zorgt voor ‘woononzekerheid’. En bij elke nieuwe huurder gaat de huur fors omhoog.

Daarom moet een contract voor onbepaalde tijd weer de norm worden. Dat is de strekking van het voorstel van Nijboer en Grinwis. Dat krijgt steun van de linkse oppositie én van D66, in de huidige vorm waarschijnlijk nog net geen meerderheid, bleek vorige week dinsdag tijdens het debat hierover. Minister Hugo de Jonge (volkshuisvesting) erkende dat het PvdA-ChristenUnie-voorstel ‘een betere route’ is om huurders te beschermen dan het plan dat hij zelf te elfder ure nog had ingediend.

Een paar dagen na dat debat kwamen VVD en CDA nog met wijzigingsvoorstellen. Het recht op het opzeggen van de huur bij verkoop van het huis is daarvan het ingrijpendst. Handig voor wie een huis in bezit krijgt doordat er iemand overleden is, maar niet weet wat hij ermee wil, stellen de twee partijen. Of als iemand gaat samenwonen en het huis dat hij achterlaat even wil aanhouden.

Woning zonder huurder levert meer op
Maar deze voorbeelden staan niet in de wettekst die VVD en CDA voorstellen. Die tekst geeft élke huiseigenaar dat recht, met als enige restrictie dat hij geen ‘bedrijfsmatige verhuurder’ mag zijn, met meer dan één pand in de verhuur. Om de huur bij verkoop op te kunnen zeggen, moet de huisbaas wel in het contract een clausule daarover opnemen, met daarin ook een minimale huurperiode.

Elke kleine verhuurder zal zo’n clausule opnemen, waarschuwt de Woonbond, omdat een woning zonder huurder bij verkoop veel meer geld oplevert. “Zo dreigt een wet die bedoeld is om huurders meer zekerheid te geven, straks het tegendeel te doen”, zegt Marcel Trip namens die bond. “Om de verkoopwinst voor kleine beleggers te vergroten, wordt de woonzekerheid van huurders opgeofferd.”

Ook PvdA en ChristenUnie waarschuwen dat tijdelijke contracten met het VVD-CDA-voorstel ook in de toekomst geen uitzondering zullen zijn: 80 procent van de particuliere eigenaren heeft inderdaad maar één woning in de verhuur.

VVD en CDA zeggen te willen voorkomen dat huisbazen een woning liever tijdelijk leeg laten staan dan te verhuren. Maar de Woonbond wijst erop dat leegstand tegengaan ook anders kan. Onder de Leegstandswet is (en blijft) het bijvoorbeeld mogelijk overeenkomsten af te sluiten over tijdelijke bewoning.

 

Bron: www.trouw.nl

Terug naar overzicht