
Ontwikkelaars en beleggers: pas wetsvoorstel middenhuur aan, maar zet wel door
Beleggers en ontwikkelaars roepen de Tweede Kamer op de behandeling van het wetsvoorstel voor regulering van middenhuur ‘voortvarend’ voort te zetten, ondanks de val van het kabinet. Voorwaarde is wel dat demissionair minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting aanpassingen doet om te voorkomen dat de nieuwbouw stilvalt, zoals een hogere opslag op de huur van nieuwbouwwoningen.
Vlak voor de zomer heeft minister De Jonge het wetsvoorstel ‘Betaalbare huur’ naar de Raad van State gestuurd voor advies. Met de wet wil hij de huur van woningen in het middensegment aan banden leggen, terwijl verhuurders daar nu nog vrij zijn om te vragen wat zij willen. De wet zou al per 1 januari aanstaande in moeten gaan, maar door de val van het kabinet en de verkiezingen is dat onzeker geworden.
De Jonge zelf heeft al gezegd dat hij graag door wil met het wetsvoorstel, ook al heeft hem dat felle kritiek vanuit de vastgoedsector opgeleverd. Met name particuliere beleggers waarschuwen dat er geen huurwoningen in het middensegment meer overblijven als dit zo doorgaat. De Jonge is afhankelijk van de Tweede Kamer: die beslist half september of het voorstel nog op de agenda komt of dat het controversieel wordt verklaard tot er een nieuw kabinet is. De Jonge lijkt in de Kamer verzekerd van steun van D66, zijn eigen CDA en ChristenUnie — de VVD is aldoor kritischer geweest.
Terugtrekkende partijen
Ontwikkelaars verenigd in brancheorganisatie Neprom en de vereniging van institutionele vastgoedbeleggers IVBN zijn bang dat uitstel van de behandeling leidt tot meer weglopende investeerders op de woningmarkt, schrijven zij in een brief aan De Jonge en de Tweede Kamer. Zij zien nu al dat ‘steeds meer partijen’ zich terugtrekken door de voortslepende ‘ideologische discussies’, gecombineerd met de huidige lastige markt en stijgende rentes. ‘De woningzoekenden zijn daarmee niet geholpen.’
Tegelijkertijd waarschuwen Neprom en IVBN ook dat het wetsvoorstel ‘in de huidige vorm’ de nieuwbouw van middenhuurwoningen ‘sterk’ afremt. Na invoering geldt er een maximale huur van circa €1100 per maand voor woningen die tussen de 142 tot 186 punten scoren volgens het woningwaarderingsstelsel (WWS). Nu zijn alleen de huren van woningen tot 142 punten gereguleerd. De aanpassing zou betekenen dat nieuwe huurders soms honderden euro’s per maand minder gaan betalen dan de vorige.
De aankondiging van deze nieuwe regels leidt volgens de belangenclubs ‘op dit moment al tot een verkoopgolf bij particuliere beleggers’. Zij verwachten dat ook de animo voor nieuwbouw zal afnemen. En dat terwijl het demissionaire kabinet juist inzette op het opschroeven van het aantal nieuwbouwwoningen, waaronder die in het middenhuursegment, om de tekorten op de woningmarkt aan te pakken.
Hogere opslag
Om deze problemen te voorkomen willen de Neprom en IVBN dat een verhuurder een opslag van 10% mag rekenen bij de huur van nieuwe woningen, boven op het maximum. Ook pleiten zij voor een ‘modernisering’ van het puntenstelsel, waarbij er meer punten behaald kunnen worden voor bijvoorbeeld verduurzaming of extra voorzieningen — en er dus een hogere huur gevraagd kan worden. Die huur moet bovendien jaarlijks met de inflatie (of met de gemiddelde procentuele stijging van de cao-lonen) en een opslag van 1% omhoog kunnen.
Ten slotte vinden de twee belangenclubs dat de verhoging van de overdrachtsbelasting voor huurwoningen gedeeltelijk teruggedraaid moet worden, naar 6% in plaats van de huidige 10,4%. Volgens Neprom en IVBN is het ‘essentieel’ al deze punten binnen te halen om de investeringen in de huurwoningenmarkt ‘op peil te houden’.
Bron: Financieel Dagblad