3 apr 2023

Opkoopbescherming

De opkoopbescherming is landelijk gezien in werking getreden op 1 januari 2022. Deze regelgeving geeft de lokale gemeenten de mogelijkheid om in bepaalde wijken/gebieden een zelfbewoningsplicht in te voeren. Een zelfbewoningsplicht houdt in dat de eigenaar van een woning verplicht is om deze zelf te bewonen en niet te verhuren. Dit kan ervoor zorgen dat er meer betaalbare woningen beschikbaar blijven voor starters en middeninkomens. De druk op de woningmarkt is al jaren enorm hoog en het aanbod betaalbare koopwoningen is, in verhouding met de vraag, te klein. Een deel van deze woningen worden gekocht door beleggers om te verhuren. Daar willen de overheid, en de lokale gemeenten, verandering in brengen door deze opkoopbescherming.

Concreet betekent deze opkoopbescherming dat woningen in bepaalde, vooraf door de gemeente aan te wijzen, gebieden/wijken alleen nog gekocht mogen worden om er zelf te blijven wonen. In sommige uitzonderingsgevallen moet de gemeente alsnog een verhuurvergunning verlenen. Dat gaat dan om woningen die aan familie worden verhuurd, onderdeel zijn van een winkel-, kantoor- of bedrijfspand of tijdelijk worden verhuurd (indien de eigenaar er minimaal 1 jaar zelf heeft gewoond).
Deze landelijke opkoopbescherming geldt in eerste instantie voor de komende vijf jaar, daarna zal een evaluatie plaatsvinden en wordt er gekeken of deze maatregel nog noodzakelijk en relevant is.

De gemeente Arnhem heeft de opkoopbescherming ingesteld per 26 februari 2022 . Vanaf dat moment is het niet meer toegestaan om een aangekochte woning te verhuren, dit mag dan alleen nog met een vergunning. De opkoopbescherming geldt niet voor alle woningen in de gemeente maar alleen voor woningen met een WOZ-waarde tot € 325.000,- (zowel bestaande bouw als nieuwbouw). Woningen met een hogere WOZ-waarde mogen zonder vergunning verhuurd worden.

Er zijn echter wel verschillende uitzonderingen op de regel, koopovereenkomsten die gesloten zijn vóór 26 februari 2022 en die overgedragen worden ná 1 april 2022 zijn uitgesloten van deze opkoopbescherming.
Een andere uitzondering op de opkoopbescherming is de aankoop van een woning in verhuurde staat. Indien deze woning op het moment van inschrijving van de nieuwe eigendom, dus het moment van eigendomsoverdracht bij de notaris, minimaal 6 maanden is verhuurd (niet op basis van een vergunning voor verhuur onder de opkoopbescherming), dan geldt dat de nieuwe eigenaar deze woning in de toekomst mag blijven verhuren zonder vergunning. Ook indien de huur wordt opgezegd mag er, zonder vergunning, een nieuwe huurovereenkomst worden afgesloten. Hetzelfde geldt voor kamerverhuur.

Al met al zijn zelfbewoningsplicht en opkoopbescherming belangrijke instrumenten van de overheid en gemeenten om te sturen in haar woonbeleid.

Als woningzoeker in de meeste gewilde prijsklasse betekent dit juist dat de concurrentie voortaan nog vooral, zo niet helemaal, zal bestaan uit particulieren voor eigen bewoning en niet meer uit beleggers. Met als gevolg dat het voor starters en middeninkomensgroepen wat makkelijker wordt om een woning aan te kopen. Voor woningzoekenden die geen woning kunnen kopen wordt het juist steeds moeilijker om een woning te huren, omdat door deze maatregelen het aanbod van huurwoningen verder is gedaald.
Een ander effect kan zijn dat in sommige (aandacht)wijken de leefbaarheid juist verbetert doordat bewoners ergens langer blijven wonen en meer binding krijgen met de wijk waarin ze wonen.

Dit blog is geschreven door: Thomas Kortekaas, assistent makelaar bij Zigt. 

Terug naar overzicht