
Starter wint terrein op huizenmarkt doordat belegger zich terugtrekt
Starters kochten in de eerste drie maanden van dit jaar meer woningen dan een jaar eerder. Vooral in de grote steden wisten jonge huizenkopers terrein te winnen. Dat blijkt uit cijfers van het Kadaster.
Starters kochten tussen begin januari en eind maart 16.730 woningen, 2 procent meer dan een jaar eerder. Daarmee nemen ze ruim 40 procent van het aantal aankopen voor hun rekening. In de vier grote steden – Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht – is dit zelfs 58 procent.
Dat de starter vaker kan kopen, komt onder meer doordat kleine particuliere beleggers zich terugtrekken uit de woningmarkt. Deze verhuurders verkopen hun panden nu nieuwe regels het lastiger maken om een woning te verhuren.
Zo kunnen gemeenten een zelfwoonplicht invoeren, is de overdrachtsbelasting verhoogd en komt er een puntenstelsel dat in veel gevallen bepaalt hoe hoog huren mogen zijn. Daardoor staat het rendement van verhuurders onder druk, waardoor velen besluiten om hun huizen dan maar te verkopen.
Belegger verkoopt vooral in Amsterdam en Utrecht
De woningen die verhuurders verkopen, zitten vaak in de goedkopere prijsklasse. Daardoor is het aanbod voor starters de laatste tijd groter geworden. Van de woningen die door verhuurders zijn verkocht, is 60 procent gekocht door een starter. Dit gebeurde vooral in Amsterdam en Utrecht.
Daarnaast hebben starters tegenwoordig minder concurrentie van beleggers als ze een bod op een huis doen. In het verleden visten starters nog weleens achter het net, omdat ze moesten concurreren met beleggers die vaak diepere zakken hebben.
Op de nieuwe regels is ook kritiek omdat ze het probleem van het huizentekort niet oplossen. Verder wijzen verhuurders erop dat niet iedereen een huis wil of kan kopen en er daarom genoeg huurhuizen moeten zijn.
Doorstromer laat het afweten
De doorstromers, die verhuizen van het ene koophuis naar het andere, waren afgelopen kwartaal juist fors minder actief. Ze kochten in totaal 23.570 woningen, een daling van 14 procent ten opzichte van een jaar eerder.
Dit komt doordat de woningmarkt onzekerder is geworden. Huizen staan steeds langer te koop en er wordt niet meer massaal overboden, zoals de afgelopen jaren vaak gebeurde. Doorstromers zijn daarom voorzichtiger. Wie geen sterke verhuiswens heeft, blijft zitten waar hij zit. En wie wél wil verhuizen, wil eerst zijn huis hebben verkocht voordat hij zelf op zoek gaat naar een nieuwe woonplek.
Huizenprijzen dalen voor tweede kwartaal op rij
De gemiddelde prijs van een koophuis was vorig kwartaal 417.000 euro. Dat was 1,6 procent minder dan een kwartaal eerder en het tweede kwartaal op rij dat prijzen zijn gedaald.
Ook hier is de ontwikkeling in de grote steden anders dan in de rest van het land. In Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht was de gemiddelde prijsdaling 8 procent, in de rest van het land bleef dit beperkt tot 1 procent.
Bron: Nu.nl