
Vraag en aanbod op de huizenmarkt
Voor huizenzoekers moet het wel een beetje een domper zijn. Eindelijk gingen de huizenprijzen na jaren van extreme prijsstijgingen weer wat omlaag, maar erg definitief blijkt die omslag nog niet. Nog geen jaar nadat voor het eerst een daling te zien was, melden de makelaars alweer prijsstijgingen op de huizenmarkt, zo bleek vorige week bij de kwartaalcijfers van makelaarsvereniging NVM.
Of de periode van prijsdalingen daarmee alweer achter ons ligt, is nog lastig te zeggen. Misschien gaan ze volgend kwartaal wel weer omlaag ten opzichte van het kwartaal ervoor. Maar erg overtuigend lijkt een langdurige trendbreuk niet meer.
Experts zijn niet verbaasd. Op de woningmarkt is nog steeds veel schaarste, en als er meer vraag dan aanbod is stijgen de prijzen. Een economische waarheid als een koe, maar is het aanbod juist niet toegenomen de afgelopen maanden? Bartjens dook eens in de huizenprijzen van de NVM. Afgelopen kwartaal stonden er iets meer dan 30.000 huizen te koop in Nederland — dat is 28% meer dan een jaar eerder. Door de snel gestegen rente zijn kopers afgelopen jaar terughoudend geworden: huizen bleven langer te koop staan en het aanbod nam toe.
Er zijn een paar opvallende uitschieters. In Zeeland (exclusief Zeeuws-Vlaanderen) nam het aanbod zelfs met meer dan 70% toe op jaarbasis. Maar ook in bijvoorbeeld omgeving Alkmaar, het Gooi en Zuidwest-Overijssel ging het om toenames van meer dan 40%. Ook ten opzichte van het kwartaal ervoor nam het aanbod in deze regio’s toe, in Zuidwest-Overijssel zelfs met 15%. Je zou verwachten dat in dergelijke gebieden, waar vraag en aanbod meer in evenwicht lijken te zijn gekomen, de prijzen nog niet stijgen.
Maar niets blijkt minder waar. Op Zeeland na zijn in al deze regio’s de huizenprijzen gestegen afgelopen kwartaal. In Zuidwest-Overijssel waren de prijzen bijvoorbeeld 4,5% hoger dan het kwartaal ervoor.
Hoe is dit mogelijk? Is de economische theorie dan niet van toepassing op deze lokale huizenmarkten? Toch wel. Want ondanks dat in deze regio’s nu zoveel meer huizen te koop staan dan een jaar eerder, en ook meer dan het kwartaal ervoor, heeft een huizenkoper er nog steeds weinig te kiezen.
De zogeheten krapte-indicator schommelt in al deze regio’s nog steeds rond de drie, wat duidt op schaarste. In Zuidwest-Overijssel betekent dit dat een gemiddelde huizenkoper nog altijd slechts keus heeft uit minder dan drie huizen. In Alkmaar en omgeving heeft de koper keus uit drie woningen.
De enige van deze regio’s waar de huizenkoper inmiddels uit meer dan vier woningen kan kiezen, is Zeeland. En daar daalden de huizenprijzen afgelopen kwartaal nog wél. Zowel de gemiddelde transactieprijs als de vierkantemeterprijs gingen omlaag. De Zeeuwse huizenzoeker kan dus nog even profiteren van lagere prijzen.
Bron: Financiële Dagblad